Buurtgezinnen helpen elkaar

Terug

Buurtgezinnen helpen elkaar

Geschreven op 17 januari 2024

“Ik zit zelf niet bij de kennismakingsgesprekken van het steun- en vraaggezin. Anders loopt de communicatie alleen via mij. Het is juist mooi als mensen zelf de regie krijgen.”

Onder het motto ‘Opvoeden doen we samen’, koppelt Buurtgezinnen gezinnen die steun kunnen gebruiken (vraaggezinnen) aan een stabiel gezin in de buurt. Op deze manier ontvangen kinderen extra liefde en aandacht, terwijl ouders ontlast worden. Buurtgezinnen is sinds 2015 actief en breidde zijn diensten uit naar meer dan 115 gemeenten. Tot nu toe zijn er al meer dan 5.000 succesvolle koppelingen tussen gezinnen tot stand gebracht. In 2021 startte Buurtgezinnen in de gemeente Midden-Groningen.

Positief opgroeien in eigen gezin

Het idee om Buurtgezinnen op te richten, kwam voort uit de gedachte dat het opvoeden van kinderen voor mensen een uitdaging, of zelfs zwaar, kan zijn. Soms zijn er verschillende problemen in het gezin die ervoor zorgen dat de emmer over kan lopen. Buurtgezinnen biedt in een dergelijke situatie hulp om te voorkomen dat problemen in gezinnen verergeren en kinderen mogelijk uit huis moeten worden geplaatst. Buurtgezinnen wil eraan bijdragen dat kinderen thuis in hun eigen gezin kunnen (blijven) opgroeien.

Ontstaan en ontwikkelingen Buurtgezinnen Midden-Groningen

Coördinator Christien Smit was nauw betrokken bij de start van Buurtgezinnen Midden-Groningen. De uitgangspunten van Buurtgezinnen sluit goed aan bij wat gemeenten op sociaal gebied willen. “Binnen gemeenten is het sociaal beleid steeds meer toegespitst op preventie en het inzetten van voorliggende voorzieningen. Voorliggende voorzieningen zorgen ervoor dat kinderen en gezinnen minder snel in de jeugdhulp terechtkomen wanneer problemen zijn verergerd.” In samenspraak met de gemeente Midden-Groningen werd een ‘proeftuin’ van twee jaar opgezet. Inmiddels blijkt dat Buurtgezinnen voldoende oplevert en bijdraagt aan het sociale beleid van de gemeente en krijgt het een vervolg. Christien zegt hierover: “Er is een groot aantal vraaggezinnen gekoppeld aan steungezinnen. Er is duidelijk behoefte aan laagdrempelige steun.”

Aanmelding vraaggezinnen

Gezinnen kunnen zich zelf aanmelden bij Buurtgezinnen. Veel gezinnen die zich aanmelden hebben van Buurtgezinnen gehoord via andere ouders, school of social media. Een deel meldt zich aan na overleg met de casemanager Jeugd, wijkverpleegkundige of gezinsbegeleider. Tijdens intakegesprekken wordt in kaart gebracht wat er aan reguliere zorg binnen het vraaggezin is, zoals jeugdzorg of een gezinscoach.

Een voorbeeld van een hulpvraag is bijvoorbeeld als een ouder ziek wordt, waardoor het gezin vaak naar het ziekenhuis moet. De andere ouder kan dan overbelast raken als de opvoeding en het huishouden alleen op zijn of haar schouders terecht komt. Een ander voorbeeld is een eenoudergezin met een schoolgaand kinderen of/en een baby. Dat is een hoop geregel en georganiseer. Als je er alleen voor staat, lukt je het niet altijd om alle ballen in de lucht te houden. Dit kan zorgen voor spanningen in het gezin. Als er dan geen familie of vrienden in de buurt wonen, staan mensen er vaak alleen voor. Als er wel familie of vrienden in de buurt wonen, kunnen zij niet altijd extra hulp bieden, omdat ze al veel doen en anders overvraagd worden.

In dergelijke gevallen kan Buurtgezinnen uitkomst bieden. Een kind wat regelmatig even een middagje bij de buren kan komen spelen, kan ervoor zorgen dat het gezin ontlast wordt. Christien noemt een voorbeeld van een kind met autisme die even opgevangen kan worden door een gezin in de buurt en daar de structuur en aandacht krijgt die hij nodig heeft. Dit kan helpen de ouders te ontlasten. Dit is zowel goed voor het kind als voor zijn broertjes of zusjes.

Koppelen van vraag- en steungezinnen

Het bij elkaar brengen van vraag- en steungezinnen is maatwerk, geeft Christien aan. Dus de eigen regie van mensen is heel belangrijk. “Wij zijn geen zorgverleners en kunnen mensen niks verplichten”. Soms gaat het om complexe hulpvragen. Dan is de afweging of dit nog wel door een steungezin is op te vangen. “Een kind moet eigenlijk gewoon mee kunnen draaien met het steungezin. Misschien met wat extra aandacht, maar als de complexiteit te groot is, past het niet bij Buurtgezinnen. Daar zijn andere instanties voor. Boven alles geldt: 'er moet een klik en een basisvertrouwen zijn tussen vraag- en steungezin'.”

Om de gezinnen aan elkaar te koppelen worden zoekprofielen gemaakt die op de website van Buurtgezinnen, Facebook en Instagram staan. Hierin staat een korte beschrijving van de situatie en de steun die gewenst is. Dit kan om allerlei zaken gaan zoals:

  • Het opvangen van een kind na schooltijd;
  • Een kindje om het weekend te logeren krijgen;
  • Een rustige huiswerkplek bieden aan een puber;
  • Iets leuks doen met de kinderen.

Steungezinnen kunnen op de oproep reageren. Christien geeft aan dat er al veel steungezinnen zich spontaan hebben aangemeld. “Het heeft mijn wereldbeeld doen veranderen. Het is mooi om te zien dat er zoveel mensen zijn die omkijken naar anderen”.

Als er een vraag binnenkomt, kijkt Christien eerst in het bestand met steungezinnen die zich al eerder hebben aangemeld of daar een geschikt steungezin tussen zit. Ze belt dan met dit gezin en legt de vraag voor of het steungezin iets voor het vraaggezin kan betekenen. Wanneer dit het geval is, wordt contact gezocht met het vraaggezin. Wanneer zij het zien zitten, gaan beide gezinnen met elkaar kennis maken. Bij dit eerste contact is Christien niet aanwezig. Ze legt uit: “Het is een bewust keuze om hier niet bij te gaan zitten. Hiermee geef je mensen namelijk zelf de regie. Op het moment dat ik ertussen ga zitten, loopt het gesprek via mij. Het is juist de bedoeling dat de gezinnen zelf kennis met elkaar maken”. Pas als er geen steungezin voor handen is, wordt er een zoekprofiel gemaakt en gericht gezocht.

Voordat gezinnen met elkaar kennismaken, heeft het steungezin de aanmeldingsprocedure volledig doorlopen. Daar valt ook een verklaring omtrent gedrag onder voor ieder gezinslid boven de 18 jaar. Omdat het kind uit een vraaggezin in een veilig gezin terecht moet komen.

Het vraaggezin gaat altijd naar het steungezin toe, omdat ze dan weten waar hun kind terecht komt. Soms komen steungezinnen ook bij de vraaggezinnen langs, omdat het goed is om een beeld te krijgen van de situatie van het vraaggezin.

Natuurlijk is de reisafstand tussen vraag- en steungezin ook belangrijk. “Midden-Groningen is vrij uitgestrekt. Soms heb je wel een match, maar als het ene gezin uit Steendam komt en het andere in Harkstede woont, dan is de afstand gewoon te groot. Dat werkt niet”.

Na twee maanden, de proefperiode, is er een evaluatie van de afspraken. Buurtgezinnen begeleidt 2 jaar lang de koppeling. In die periode kunnen de gezinnen bij Christien terecht als ze vragen hebben of iets moeilijk vinden om met de ander te bespreken. Samen wordt dan gezocht naar een oplossing waarbij de gezinnen onderling zoveel mogelijk zelf de regie in handen hebben en zelf het gesprek met elkaar aangaan.

Armoede

Uit landelijke cijfers is bekend dat ca. 50% van de vraaggezinnen te kampen heeft met armoedeproblematiek. Dit kan veel spanningen opleveren. “Als een kind om twee uur vrij is en de ouder moet tussen twee en drie een voedselpakket halen bij de voedselbank, dan is dat erg lastig te organiseren. Dat geeft vaak extra stress”.

Over het algemeen kampen de steungezinnen niet met armoede. Voor een kind is het fijn om uit de stress te zijn die armoede vaak met zich mee brengt. Soms worden er bijzondere uitstapjes gemaakt, of mag het kind een paar dagjes mee naar de camping in de zomer. Het hoeft niet altijd wat te kosten, soms is hulp heel praktisch, zoals goede niet meer passende kleding van de kinderen van het steungezin dat over gaat naar het vraaggezin. Christien: “ik geloof echt in dat dit soort informele steun het verschil kan maken voor kinderen en gezinnen”.

Een mooi praktijkvoorbeeld van gelijkwaardige informele steun

Christien noemt nog een mooi praktijkvoorbeeld van die informele steun. “Een moeder van een vraaggezin moest binnenkort bevallen. Tijdens een gezamenlijk gesprek vroeg de steunmoeder hoe ze dat ging regelen, aangezien er ook nog een zoontje was van 10 maanden. De vraagmoeder gaf aan dat vorige bevalling moeizaam verliep en dat ze met de vroedvrouw naar het ziekenhuis wilde gaan en dat de vader bij hun zoontje bleef. De steunmoeder bood vervolgens aan dat ze haar altijd kon bellen als ze voelde aankomen dat ze naar het ziekenhuis moest. Dan wilde zij wel oppassen, zodat de vader meekon naar de bevalling. Want, zo gaf ze aan, 'een vader hoort gewoon bij de bevalling te zijn'. Dit voorbeeld geeft tegelijk aan dat het contact gelijkwaardig is en dat de ander gelijk klaar kan staan. Bij contact via een reguliere zorgverlener zijn er vaak niet zulke korte lijnen.”

Resultaten

Na beëindiging van het traject wordt opnieuw in kaart gebracht of er nog reguliere zorg nodig is. In de praktijk blijkt dat de hulp van Buurtgezinnen ervoor zorgt dat er minder reguliere hulp nodig is.

Daarnaast onderzocht de Christelijke Hogeschool Ede de opbrengsten van Buurtgezinnen voor vraag- en steungezinnen. De effectiviteit werd kwalitatief gemeten van zowel de vraag- als de steungezinnen. Hierbij keken de onderzoekers naar de groei van sociaal emotionele ontwikkeling, mentaal welbevinden, vergroten van de veerkracht, toename van pro-sociaal gedrag en vergroten van het sociaal netwerk. Ook bracht het onderzoek de kostenbesparingen dankzij het verminderen of beëindigen van (duurdere) formele zorg cijfermatig in kaart. Het rendement werd volgens de waardendriehoek uit de doorbraakmethode van het Instituut voor Publieke Waarden berekend. Aan de hand van 11 verschillende casussen werd geconcludeerd dat in zeven gevallen het inzetten van Buurtgezinnen ervoor zorgde dat de inzet van Buurtgezinnen ca. € 4.000 – € 54.000 hogere uitgaven op duurdere jeugdzorg bespaarde. Bij veel gemeenten is bekend wat Buurtgezinnen aan kosten en opbrengsten realiseerde in de betreffende gemeente.

Opleidingsprogramma

Buurtgezinnen heeft een eigen opleidingsprogramma voor nieuwe coördinatoren. Christien: “Daarnaast verzorgt de Buurtgezinnen Academie allerlei wisselende workshops en webinars voor alle coördinatoren om de kennis en de kwaliteit te vergroten. Zo zijn er workshops voor het omgaan met gezinnen in armoede en vluchtelingengezinnen etc.” Af en toe vindt er kruisbestuiving plaats, doordat er bijvoorbeeld ook trainingen en workshops worden georganiseerd in samenspraak met andere vergelijkbare organisaties. MEE gaf bijvoorbeeld voorlichting over LVB-problematiek (Licht Verstandelijke Beperking) aan de coördinatoren. Zo leert men dus ook weer van elkaar.

Meer informatie

Meer weten over Buurtgezinnen Midden-Groningen of in contact komen met Christien Smit? Kijk dan op Buurtgezinnen Midden- Groningen of mail naar: christien@buurtgezinnen.nl.

Delen via social media